Bezoek premier Rutte
In het kader van 150/160 jaar afschaffing van de slavernij in Suriname brachten verschillende regeringsfunctionarissen uit Nederland een bezoek aan ons land. Het begon met een bezoek van premier Mark Rutte op 12 en 13 september 2022. De reactie van onze president Chandrikapersad Santokhi op het bezoek van en de excuses gemaakt door premier Rutte, wekte bij de Federatie van Para plantages gevoelens van onbehagen en wantrouw. Santokhi gaf aan zich niet slechts te willen beperken tot het slavernijverleden, maar eerder de focussen te leggen op het koloniaalverleden. Zijn regering “beoogt een gecoördineerde, integrale en holistische benadering van het koloniaalverleden in al haar facetten”. Hiermee heeft de president de weg voor velen geopend en de dicussie versmallen tot leedvergelijk: wie heeft het meest geleden onder het Nederlands verleden in Suriname!?
Het zou de president niet alleen sieren, maar ook van goed fatsoen getuigen indien hij elke schijn van leedvergelijk vermeden had tussen dat wat de Afrikaanse voorouders en de contractarbeiders in de slaventijd en koloniale periode zijn aangedaan. Hiermee is de indruk gewekt dat deze regering geen benul heeft van de doorwerking van het slavernijverleden en ook weinig empathie heeft voor initiatieven om de achterstanden en achterstellingen die zijn ontstaan als gevolg van dat verleden op te heffen. De suggestie die de president gewekt heeft, is dat het hem daar niet omgaat, maar eerder om mogelijke financiële compensatie: ‘herstelbetaling’.
Binnen de Federatie hadden wij verwacht en gehoopt dat president Santokhi in zijn keti koti toespraak grote waardering zou uitspreken voor de Afrikaanse voorouders die voor de komst van de contractarbeiders het oerwoud hebben opengekapt, plantages en wegen aangelegd en gebouwen gebouwd. De Afrikaanse voorouders hebben zelfs een taal (zgn. taki-taki en later neger engels) ontwikkeld die van toepassing was voor de contractarbeiders om met de kolonisten/planters te kunnen communiceren. Na beëindiging van de contractperiode waren het de Afrikaanse voorouders die de leerkrachten, verplegers en vakbondslieden waren die de basis hebben gelegd voor een redelijk bestaan ook voor de nazaten van de contractarbeiders die gekozen hadden in Suriname te blijven.